CANAPE

Het CANAPE project was een project verspreid over 5 landen met een budget van 5,5 miljoen euro en met als doel het herstel en de bescherming van moerassen. Het doel was de uitstoot van broeikasgassen te verminderen alsook het ondersteunen van de ontwikkeling van een duurzame economie voor de bevolking in de Noordzee regio.

Wereldwijd vormen veengronden een groter koolstofreservoir dan alle bossen samen, en dat ondanks hun beperkte oppervlakte. Oude moerassen herbergen vele duizenden ton koolstof op een oppervlakte van pakweg een voetbalveld. Maar als ze worden verstoord geven deze gronden dit koolstof als CO2 vrij in de atmosfeer en dragen ze zo bij tot de opwarming van de aarde.

Onze ambitie was het herstel van 95 hectare veengronden, alsook het herstel van 3 laagveenplassen. Dit geeft substantiële voordelen voor de lokale bevolking, en levert een bijdrage in het tegengaan van de klimaatverandering. Het project bood ruimte aan uiteenlopende herstel- en beheermethoden, en droeg bij tot nieuwe economische mogelijkheden.

Wat is veen?

Veen wordt gevormd door de samendrukking van plantaardig materiaal in natte bodems. De natte bodem creëert een zuurstofvrije toestand waardoor er geen normale afbraak van het materiaal plaatsvindt. Plantaardig materiaal hoopt zo verder op en wordt in toenemende mate samengedrukt. Een proces dat duizenden jaren doorgaat. De vorming van veen is niets minder dan de eerste stap in een heel lang proces dat leidt tot de vorming van kool.

Doorheen de laatste eeuwen is veel van het veen in Noord-Europa drooggelegd en uitgegraven. Dit heeft bijgedragen tot een grootschalige CO2-emissie in de atmosfeer – in bepaalde delen van Europa draagt dit zelfs bij tot 30% van alle broeikasgasemissies van menselijke oorsprong.

Geschiedenis

Het laagliggende landschap van de Noordzee regio bevat substantiële oppervlakten aan wetland. Dit omvat zowel hoogvenen, laagvenen en moerassen. In bepaalde gevallen is het veen gedurende duizenden jaren gegroeid. Dat heeft geleid tot een veenlaag van verschillende meters dikte.

Vanaf de middeleeuwen is de mens veen beginnen te gebruiken als brandstof. Veengebieden zijn ook in toenemende mate drooggelegd voor landbouwdoeleinden, aangezien ze in eerste instantie een zeer vruchtbare bodem leveren. Het droogleggen van dergelijk land draagt bij tot de vrijstelling van CO2 en andere broeikasgassen. Het verlies aan natuurlijke wetlands heeft binnen het stroomgebied van rivieren ook gezorgd voor een daling van de waterbergingscapaciteit.

undefined

Een modern veenwingebied. Het gebruikte materiaal is tegenwoordig uiterst modern, maar ook 800 jaar geleden zag de procedure er al erg gelijkaardig uit. Veen wordt in grachten uitgegraven, vervolgens in blokken versneden en tot slot gestapeld om te drogen.

Tegelijkertijd heeft nutriënten aanrijking door menselijke activiteiten ertoe bijgedragen dat veel ondiepe laagveenplassen geëutrofieerd zijn. Dat leidt tot een verlies aan biodiversiteit. Bepaalde studies tonen ook aan dat geëutrofieerde ondiepe laagveenplassen bij toename van de gemiddelde temperatuur grote hoeveelheden methaan uitstoten (een krachtig broeikasgas).

Project doelstellingen

Ons doel was om duurzame manieren van gebruik van veengebied aan te tonen met de bedoeling dat veengebieden rond de Noordzee in de toekomst zowel productief als duurzaam zijn. Ze moeten daarbij ecosysteemdiensten leveren zoals de opslag van water en koolstof, en daarnaast ook een inkomen genereren voor landeigenaars door alternatieven op de traditionele landbouw.

We hebben hieraan bijgedragen via twee hoofdactiviteiten;

  • We herstelden het landschap door het waterniveau terug op te trekken en ook de waterkwaliteit te verhogen. Dit remt vrijstelling van C02 in eerder drooggelegde veengebieden. Hiermee herstelden we tevens de buffercapaciteit van deze gebieden tegen overstromingen en droogtes. De verbeterde waterkwaliteit geeft ook een stimulans aan de recreatieve waarde van de meren, en bevordert het toerisme door een reductie van het voorkomen van toxische algen.

  • We hebben kansen gecreëerd voor duurzaam landgebruik. Onder meer de teelt van agrarische producten die het goed doen op natte bodem (beter bekend als Paludicultuur) zijn onderzocht. Zo kunnen we aantonen dat er levensvatbare economische alternatieven zijn voor drainage van het land.

Project activiteiten


Om deze doelstellingen te realiseren, hebben we;

  • Meer dan 60 ha hoogveen hersteld
  • Meer dan 20 ha rietland hersteld
  • Over een oppervlakte van 10 ha alternatieve vormen van landbouwproductie uitgeprobeerd, met onder meer riet, veenmos en pijpenstrootje

We werkten ook aan het oeverherstel van drie laagveenplassen, wat bijdraagt tot de vermindering van hun nutriënten rijkdom en het herstel richting hun oorspronkelijk zuivere toestand. Dit werk wordt ondersteund door het mathematische model genaamd PC Lake.

Wie meer te weten wil komen over ons habitat herstel verwijzen we door naar de "our sites" pagina

undefined

Een proefboerderij voor kweek van veenmos – kan dit in de toekomst een alternatief worden voor het steken van turf?

Werken met de lokale bevolking

Het veiligstellen van veengebieden op lange termijn kan enkel een succes worden als de lokale bevolking en landbouwers de voordelen inzien van het herstel en de bescherming ervan. Zij dienen ook over de nodige middelen te kunnen beschikken die een wijziging in landgebruik mogelijk maken. Bij alle CANAPE acties is nauw samengewerkt met de lokale bevolking om zo te verzekeren dat ook zij voordeel halen uit ons werk en het project verder uitdragen.

In alle projectgebieden is de lokale bevolking bevraagd en werkten we samen om ervoor te zorgen dat de gebiedsontwikkeling overlapt op de gemeenschappelijke visie voor het gebied.

Daar bovenop kozen we voor een “citizen science” aanpak, waarbij we een beroep deden op lokale mensen bij de verzameling van gegevens over onze veengebieden. Dit droeg bij tot hun kennis over het landschap, en was een belangrijke hulp voor wetenschappers in het verzamelen van belangrijke gegevens die nodig zijn voor een beter wetenschappelijk begrip van onze omgeving.

Tot slot ondersteunden we het onderzoek naar de relatie tussen de lokale bevolking en de verbetering van de milieukwaliteit in veengebieden. Hierdoor kregen beheerders een beter inzicht in de maatschappelijke betrokkenheid bij de veengebieden.

Meer informatie

Wilt u meer informatie neem dan een kijkje op onze pagina met lokale partners of neem contact met ons op. Zie de contact pagina voor de contactgegevens.