Trajecten naar circulair inkopen
In de kringloop houden
Onze traditionele economie is lineair. We maken en gebruiken producten en gooien ze weg als we er klaar mee zijn. Waarde wordt gecreëerd door zoveel mogelijk producten te verkopen. Dit systeem is echter niet duurzaam en niet houdbaar. Het put de eindige hulpbronnen van onze planeet uit, creëert enorme hoeveelheden afval en richt grote schade aan aan ons milieu.
Een circulaire economie daarentegen probeert deze grondstoffen in omloop te houden en er maximale waarde uit te halen. In plaats van elke keer dat we iets nodig hebben een nieuwe grondstof te introduceren, worden deze materialen in een circulaire economie gerecycled, hergebruikt, gerepareerd of geherfabriceerd. In plaats van als afval naar buiten te gaan, blijven ze in de kringloop.
„Eindelijk accepteren mensen over de hele wereld dat klimaatverandering door mensen wordt veroorzaakt en door mensen kan worden opgelost”, zegt Prummel. „De circulaire economie geeft mensen de instrumenten en een systeem om het vraagstuk aan te pakken.” Circulair inkopen is zo’n instrument. „Circulair inkopen is niets meer of minder dan inkoop inzetten om de circulaire economie te stimuleren.”
Verandering van mentaliteit
Het belang van hergebruik van materialen kan niet genoeg worden benadrukt. „Vrijwel alles in circulariteit draait om het verminderen van de CO2-uitstoot en het gebruik van minder materialen”, zegt Prummel. „Uit onderzoek blijkt dat 40% tot 60% van de CO2-uitstoot gerelateerd is aan materialen.” Daarom kan inkoop zo’n belangrijke rol spelen. Het goede nieuws voor inkopers is dat circulariteit helemaal niet zo'n lastige klus is als het lijkt (zie kader Circulair Inkopen).
Begin met kleine stapjes. Inkoopmedewerkers moeten zich afvragen wat er gerecycled kan worden dat nog niet gerecycled wordt – en of ze zelf gerecyclede producten kunnen gaan gebruiken. Circulair inkopen vraagt vooral om een andere mindset. „Circulair inkopen is nog steeds een vorm van inkopen”, zegt Prummel. „Je taak als inkoper is nog steeds om de juiste producten om de juiste redenen voor de juiste prijs in te kopen.” Prummel gebruikt graag een voorbeeld van de Nederlandse architect Thomas Rau om zijn punt te illustreren.
In zijn lezingen stelde Rau het publiek steeds de vraag hoeveel van hen de laatste tijd in Londen of Rome waren geweest. Na handopsteking vroeg hij hoeveel van hen per vliegtuig hadden gereisd. Zelfde aantal handen. Vervolgens vroeg hij hoeveel mensen een vliegtuig hadden gekocht om er te komen. „Het is duidelijk dat je geen vliegtuig gaat kopen voor een vlucht van een uur. Je huurt een stoel in een vliegtuig”, legt Prummel uit.
De kern van het verhaal is dat inkopers nog niet gewend zijn om het principe van de vliegtuigstoel toe te passen op hun productgroep. Maar waarom zou dat anders zijn voor bijvoorbeeld meubilair in een organisatie, dat ook geleased of tweedehands gekocht kan worden? „Ze krijgen alsnog een contract voor stoelen, er verandert niets”, zegt Prummel. „Wat er verandert, is je meer bewust zijn van waarom je iets doet.”
Samenwerken
Door behoeften beter in kaart te brengen kunnen organisaties ook geld besparen. „Als het tijd was om nieuwe bureaus te kopen en de organisatie had vijftig medewerkers, dan kochten inkopers er vroeger vijftig”, zegt Prummel. „Maar je kunt je ook afvragen hoeveel van die mensen tegelijkertijd op kantoor werken. Als het antwoord dertig is, dan heb je geen vijftig bureaus nodig.”
Bovendien kunnen deze bureaus bij hergebruik een restwaarde hebben die hoger is dan de afvalwaarde. „Als materialen een cirkel afleggen in de toeleveringsketen, van productie tot hergebruik”, zegt Prummel, „dan moet de financiële afdeling diezelfde cirkel volgen, maar dan omgekeerd.”
Om dit te laten werken, dat wil zeggen, om alles in de toeleveringsketen waarde te laten hebben in de volgende stap van de keten, moet iedereen in de keten aan boord zijn. „De keten kan complex zijn, met toeleveranciers, onderleveranciers, ontwerpers en recyclingbedrijven”, zegt Van Geet. „Alle partners moeten circulariteit inbouwen in hun processen. Echte systeemverandering komt er pas als de partners in de keten samen gaan kijken hoe de kringloop te sluiten.”
ProCirc: Europese praktijkgemeenschappen creëren
Het idee achter ProCirc is nieuwe mogelijkheden voor circulair inkopen uit te proberen door middel van een reeks pilotprojecten in Noord-Europese landen (zie het kader ‘Interreg Noordzeeregio ProCirc’ hieronder). ProCirc wil een netwerk opbouwen van organisaties die bezig zijn met circulair inkopen om op die manier uit te zoeken wat waar werkt en deze informatie te delen met de leden. ProCirc gebruikt de informatie en ervaringen om goede praktijken en begeleiding voor andere pilotprojecten, een toolbox voor circulair inkopen en een bedrijfsprogramma te ontwikkelen. Ook moet het netwerk toegang bieden tot taskforces van experts.
Van Geet voegt toe dat ProCirc is voortgekomen uit de Green Deal Circulair Inkopen, een initiatief van Kirkman Company, MVO Nederland, Nevi, Rijkswaterstaat, PIANOo en Circle Economy. ProCirc heeft de geografische reikwijdte van de Green Deal uitgebreid naar zes Noord-Europese landen. „Nu we verbonden zijn met landen rond de Noordzee, kunnen we cijfers gaan vergelijken”, zegt Van Geet. „We werken in dezelfde sectoren met dezelfde soorten producten, dus het wordt interessant om te zien wat de verschillen zijn op het gebied van circulair inkopen tussen bijvoorbeeld Vlaanderen, Schotland en Denemarken.”
Inkopers in deze landen hebben echter één ding gemeen. „Inkopen is nog een geïsoleerd vak. Inkopers hebben over het algemeen geen contact met andere inkopers of kenniscentra”, zegt Van Geet. „Met ProCirc proberen we dit probleem op te lossen door een platform te bouwen waar ze met elkaar kunnen communiceren en van elkaar kunnen leren.” De praktijkgemeenschappen die via ProCirc zijn gecreëerd, zijn het resultaat van het uitvoeren van pilotprojecten door inkopers en het delen van hun bevindingen. Het is een plek waar ze ruggespraak kunnen houden.
„Een ander belangrijk onderdeel van ProCirc is verspreiding buiten het project om”, zegt Prummel. „Daarom is het cruciaal dat we deze kans hebben om op Europees niveau te experimenteren.” Van Geet vult aan dat ze proberen het project te koppelen aan een breder netwerk van circulair inkopen, genaamd C-PRONE, een afkorting van Circular Procurement Network”. C-PRONE zorgt ervoor dat de bevindingen van de ProCirc-pilotprojecten lang na afloop van het project beschikbaar blijven voor toekomstige initiatieven.
Leidraad circulair inkopen Er is geen universele handleiding om aan de slag te gaan met circulair inkopen. Er spelen te veel factoren een rol: omvang van de organisatie, type organisatie, sector, geografische ligging, om er maar een paar te noemen. Business in the Community en Interreg North Sea Region ProCirc hebben echter een Leidraad circulair inkopen samengesteld met daarin zes eenvoudige stappen om ‘aan de slag te gaan met je circulaire inkoopreis’:
Klik hier voor het volledige document |
Interreg Noordzeeregio ProCirc Interreg Noordzeeregio financiert projecten die innovatief denken en schaalbare oplossingen bevorderen. Het ProCirc Project bestaat uit elf publieke en private organisaties uit zes Noord-Europese landen: België, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De pilots van ProCirc richten zich op de volgende sectoren: bouw en infrastructuur, meubels, ICT en textiel. ProCirc, van start gegaan in 2018 en eindigend in 2022, streeft naar de volgende resultaten:
Klik hier voor volledige informatie over de pilotprojecten. |
Bezoek het LinkedIn account van Joan Prummel
Bezoek het LinkedIn account van Cuno van Geet