Een pleidooi voor circulair bouwen
De Potterij is een voormalig wasserijbedrijf in de stad Mechelen in België. In 2015 kocht OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, het zwaar vervuilde terrein aan voor het symbolische bedrag van één euro om het te saneren. Daar stond natuurlijk tegenover dat het saneren van de grond het jarenlang onmogelijk zou maken om het terrein te herontwikkelen. De OVAM besliste intussen om de toegankelijke delen van het voormalige wasserijgebouw tijdelijk ter beschikking te stellen aan twee lokale organisaties met gemeenschappelijke circulaire ambities: Klusbib en Ko-Lab. Klusbib is een gereedschapsbibliotheek waar inwoners van de stad gereedschap kunnen lenen voor klussen aan huis of in de tuin. Ko-lab is een gedeelde werkplaats voor ambachten, technologie, kunst en wetenschap. Miss Miyagi en BUUR kregen de opdracht om het terrein verder te onderzoeken en te starten met de herontwikkeling op de lange termijn tot een circulaire hub.
Het creëren van een proeftuin
„De OVAM investeerde tot 2 miljoen euro om het terrein schoon te maken”, zegt An Eijkelenburg. „Toen we de Potterij binnenliepen, besloten we dat we het niet wilden verkopen aan iemand die luxe lofts gaat bouwen. Het gebouw heeft een soort poëzie. Het is een oud industrieel pand met een zeer open structuur en daglicht dat van bovenaf naar binnen valt. Toen ontstond het idee van de circulaire hub. We besloten iets te doen voor onze gemeenschap en wilden de investering die de samenleving had gedaan om het terrein te saneren, teruggeven.”
De aanduiding 'proeftuin' is gekozen omdat het tijdelijke gebruik van gebouwen een goede werkplaats kan zijn om te testen en te voelen hoe circulaire gebouwen en bouwproducten zich gedragen. Het oorspronkelijke idee was om Klusbib voor twee jaar onder te brengen in een modulair bouwontwerp dat daarna naar een andere locatie kon worden verplaatst. „We hebben eerst een skelet in de ruimte gebouwd en daarbinnen een doos gemaakt van circulaire bouwmaterialen, zoals de vloer, muren en het plafond. De uitdaging bij het ontwikkelen van de doos is om de juiste grid te hebben, omdat modulaire bouwmaterialen meestal een vaste afmeting hebben. Dus toen we de doos ontwierpen, moesten we ervoor zorgen dat alle onderdelen met elkaar verbonden konden worden en als één geheel zouden functioneren. En, minstens zo belangrijk, dat we ze gemakkelijk konden loskoppelen, zodat ze elders opnieuw konden worden gebruikt.”
Zichtbaarheid inkopen
Aangezien de circulaire economie nog lang niet het ‘nieuwe normaal’ is, hoe ga je dan te werk om de materialen en diensten voor zo’n project in te kopen? „Aan inkoop hebben we eigenlijk niet veel gedaan. De meeste producenten wilden het project graag sponsoren en hun circulaire bouwmaterialen ter beschikking stellen, omdat ons project veel zichtbaarheid heeft. Het heeft een duidelijke plek in onze lokale gemeenschap en ook in de grotere circulaire bouwwereld. Dus kwamen ze maar al te graag in hun vrachtwagens aanrijden om de materialen gratis af te leveren.”
Wat wel moest worden aangeschaft, was de zichtbaarheid. „In ruil voor de gratis materialen wilden de producenten exposure”, zegt Eijkelenburg. „Voor de OVAM is het ook belangrijk om de wereld te laten zien dat circulaire producten geen 'oude rommel' zijn, maar dat ze van hoge kwaliteit zijn en bruikbaar in de echte wereld.’ Om het succes van dit project naar de buitenwereld te tonen, schakelden Vlaanderen Circulair en Interreg NSR ProCirc Fugzia in om een digitale 3D-omgeving te ontwikkelen waarin kijkers daadwerkelijk in de 'doos in de doos' kunnen gaan staan en rondkijken (http://vlaanderen-circulair.be/kijkbox/home).
De verschillende bouwlagen en technische details zijn toegankelijk via QR-codes. Dit systeem zal de impact van het project vergroten naarmate meer kijkers een rondleiding door de faciliteit volgen. „Kijkers kunnen de afzonderlijke lagen betreden, die allemaal getagd zijn, en alles ontdekken wat er te weten valt over de akoestiek, de isolatiematerialen onder de vloer, noem maar op. En ze zien ook links naar de websites van de fabrikanten.”
Kijkbox in De Potterij
De Impact Factory
De Potterij was altijd bedoeld als tijdelijk, maar de erfenis zal voortleven. Er wordt al gewerkt aan de verhuizing van de modulaire bouw naar een nieuwe locatie. Inmiddels is ook het idee van de circulaire hub gegroeid, met een tweede gebouw vlakbij. Samen vormen de twee gebouwen de Impact Factory. De Impact Factory zal dienen als een enabler van de circulaire economie, een combinatie van een co-working space, werkplaatsen, evenementenruimtes, een demoruimte en cateringgebied en een programma rond de circulaire economie. De renovatie van de Impact Factory, inclusief de Potterij, wordt gefinancierd met 1,4 miljoen euro subsidie uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Medio 2024 wordt de Impact Factory opgeleverd. Tot die tijd zullen deze twee gebouwen allebei deels gebruikt worden door liefhebbers en pioniers van de circulaire economie.
Kamp C: inspiratie voor de bouwsector
Kamp C is een autonoom provinciebedrijf in de Belgische provincie Antwerpen. De belangrijkste focus ligt op het versnellen van de transitie in de bouwsector van traditionele processen naar circulair bouwen. „Toen Kamp C een nieuw kantoorgebouw nodig had, hebben we besloten om het hele proces gewoon zelf te doorlopen”, zegt Emiel Ascione, ”en dit te delen met de bouwsector. Dus in wezen was ons doel niet zozeer om een perfect, nieuw circulair kantoorgebouw te bouwen, maar meer om deze reis te beginnen, te kijken waar die ons zou brengen en dit te delen met de sector.'
Kamp C bepaalde dat ’t Centrum, het eerste volledig circulaire kantoorgebouw in Vlaanderen, gebouwd moest worden door een consortium. Volledig circulair omdat Kamp C alle aspecten van circulariteit in het ontwerp heeft meegenomen en dat heeft samengevat in zeven pijlers (zie figuur 1).
Figuur 1: Zeven pijlers van circulaire bouw
Bron: https://www.kampc.be/innovatie/projecten/tcentrum/circular-building-t-centrum
In dat opzicht is het project erin geslaagd verschillende van zijn doelstellingen te bereiken. Eén daarvan is dat het toekomstbestendig moest zijn. „Je kunt ons gebouw helemaal demonteren, zelfs de dakconstructie. Het is een open structuur met beweegbare wanden. Ons materialenpaspoort is een innovatief systeem dat gekoppeld is aan het 3D-model dat voor het gebouw is gebruikt. Dus zelfs als de mensen die oorspronkelijk bij het proces betrokken waren over tien of vijftien jaar niet kunnen worden geraadpleegd, kan iedereen, door gewoon op deze elementen te klikken, erachter komen hoe het gebouw moet worden ontmanteld. Alles staat tot in de puntjes erbij vermeld, ook welke schroeven waar gebruikt zijn.”
Repliceerbaar ontwerp
Een ander doel dat het gebouw heeft weten te bereiken, is dat het een open gebouw is, met open trappenhuizen die interactie stimuleren en het welzijn van de bewoners bevorderen. Zo zijn de liften naar de hoeken van het gebouw geschoven en daardoor minder toegankelijk dan de trappen. Er is een uitgebreid gebouwbeheersysteem dat koolstofmetingen, lucht, vochtigheid, temperatuur en invallend licht bewaakt, dit laatste zodat er optimaal gebruik wordt gemaakt van natuurlijk licht. „We hopen dat dit de sector zal stimuleren om ook deze weg in te slaan. Het belangrijkste punt is dat dit een toegankelijke en repliceerbare manier is om een gebouw te maken. Het ziet eruit als een gewoon kantoorgebouw. Er zijn misschien meer iconische circulaire gebouwen, maar die zijn moeilijk te verplaatsen naar een andere locatie. Ik denk dus dat we hebben laten zien dat het mogelijk is om met een gewoon budget op een gewone manier een circulair gebouw te realiseren.”
't Centrum, foto door Jasmien Smets
Het circulaire inkoopproces
Toen Kamp C in 2018 begon na te denken over het bouwen van een nieuw kantoor, werd er een sterke behoefte bij aannemers en architecten gevoeld om het anders te doen. „Normaal gesproken zijn inkoopprocessen hiërarchisch en conflictgericht. Iemand schrijft een aanbesteding uit en gunt de opdracht aan de laagste bieder. Er is altijd een inschrijver met een lage prijs. Die analyseert het aanbestedingsdocument nauwkeurig, op zoek naar de fouten, en daar komt dan zijn winst vandaan. De prikkel is niet juist.”
Daarom was het vanaf het begin belangrijk om de juiste partijen met een vergelijkbare, circulaire mindset rond de tafel te krijgen. „We hebben in 2019 masterclasses georganiseerd en bekende sprekers, zoals Thomas Rau, uitgenodigd om te spreken over circulair aanbesteden”, zegt Ascione. „En we hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om onze plannen onder de aandacht te brengen.” Uiteindelijk trokken deze masterclasses veel belangstelling. Deze boden geïnteresseerde partijen ook de gelegenheid om de handen ineen te slaan en samen te werken. „Ze fungeerden ook als een soort natuurlijk filter, zonder iemands tijd te verspillen. Niemand hoefde ellenlange aanbestedingsdocumenten in te vullen, een ritje naar Antwerpen was genoeg.”
Zeven consortia toonden uiteindelijk interesse. Een jury met een onafhankelijke voorzitter bracht de keuze terug tot drie. Vervolgens zijn met elk van hen besprekingen gehouden om de aanbestedingsstukken nader door te nemen en waar nodig te verbeteren op basis van feedback van alle partijen. Het winnende consortium bestond uit zeven bedrijven: Beneens, TEN, STRENGth, Muurtuin, West Architectuur, Tenerga en VITO. Waarschijnlijk zal het circulaire inkoopproces uiteindelijk van invloed zijn op de werkwijze in de sector. „De documenten staan allemaal op onze website”, zegt Ascione. „Ik heb gemerkt dat veel organisaties geïnteresseerd zijn om meer te weten te komen over het proces, en we hebben in wezen een sjabloon daarvoor beschikbaar gesteld.”
Terwijl het proces voorafgaand aan de bouw van ’t Centrum enkele jaren in beslag nam, duurde de daadwerkelijke bouw slechts elf maanden en werd het gebouw in het voorjaar van 2022 opgeleverd. Samenwerking was volgens Ascione een belangrijke factor voor het succes van het project. Dit kan de versnippering opheffen die in de sector, maar ook intern in organisaties bestaat als het gaat om het opzetten van een circulair project. „Het belangrijkste advies dat ik kan geven is om te proberen mensen met dezelfde visie rond de tafel te krijgen. Het is niet voldoende dat één partij iets wil.”
Geïnterviewden
An Eijkelenburg, voorheen projectleider van De Potterij bij OVAM en momenteel werkzaam voor het Stadsmakersfonds, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van het gebied rond De Potterij tot een circulaire hub voor de stad Mechelen.
Emiel Ascione, projectmanager bij Kamp C en ’t Centrum
Top foto: interieur van 't Centrum, door Jasmien Smets