Lokale jachtgroepen enthousiast over habitatmaatregelen in het PARTRIDGE demo-gebied in Ramskapelle
Ramskapelle is één van de tien demogebieden van 500 ha, die in het kader van het vierjarige internationale PARTRIDGE-project worden ingericht. In alle demogebieden werd minstens 7 % kwaliteitsvol habitat aangelegd. De PARTRIDGE bloemenblokken vormen één van de hoofdmaatregelen. De inkleding van het habitat is afgestemd op de noden van de patrijs, maar de andere akkerfauna profiteert volop mee.
Eric, jager en landbouwer in het demogebied van Ramskapelle, is één van de mensen die enthousiast is over de nieuwe PARTRIDGE-bloemenblokken. Hij geeft aan: “Het PARTRIDGE-mengsel zorgt voor meer schuilgelegenheid dan de klassieke faunavoedselgewassen. We zien dat het wild er volop gebruik van maakt.” De bloemenblokken die hij inzaaide staan erg goed, vooral deze op bodems die hij voor de winter nog kon ploegen. In de beide Vlaamse demogebieden van het PARTRIDGE-project hebben landbouwers de kans om bloemenblokken uit te testen via een beheerovereenkomst met de Vlaamse landmaatschappij. In beide demogebieden samen zaaiden ze in totaal een 30-tal hectare in met PARTRIDGE-mengsel. Dit mengsel bevat onder meer bladkool, granen en diverse één- en tweejarige kruiden. Een jaar na inzaai wordt de helft van het perceel ondergewerkt en opnieuw ingezaaid. Het tweejarige mengsel biedt zowel zomervoedsel als wintervoedsel en is geschikt als nesthabitat.
Twee andere nieuwe maatregelen die in de demogebieden worden getest zijn keverbanken en struikgroepjes. In het voorjaar legde een landbouwer de eerste Vlaamse keverbank aan – een primeur. In Nederland, waar de eerste keverbank al een jaar eerder werd aangelegd, zijn de eerste resultaten alvast veelbelovend. Op de keverbanken is een overvloed aan insecten terug te vinden. Deze insecten vormen het stapelvoedsel voor de patrijzenkuikens en voor heel wat andere akkervogels. De jagers die mee waren op het terreinbezoek zien een meerwaarde in de struikgroepjes die worden aangeplant. In de West-Vlaamse polders is het gebrek aan winterdekking een groot knelpunt voor de fauna. Het maakt soorten zoals de patrijs heel gevoelig voor predatie.
De verschillende jachtgroepen zetten binnen het PARTRIDGE-project in op het voorzien van wintervoedsel voor de patrijzen en op predatorcontrole, binnen het kader van de huidige Vlaamse wetgeving. In het PARTRIDGE-project testen enkele jachtgroepen een nieuw type voedertoestel uit. Het voedertoestel wordt geplaatst binnen een frame van betonijzer. De maaswijdte van dit frame moet minstens 15 cm x 15 cm bedragen. Kristof, één van de jagers die dit type voedertoestel uittest: “We merken dat, zoals bedoeld, houtduiven nauwelijks van het voedsel profiteren terwijl fazanten zich door het betonijzer helemaal niet laten afschrikken. De wildcamera aan één van de voedertoestellen geeft ons nuttige info welke dieren van het voedsel profiteren.”
Enkele jachtgroepen konden op eigen initiatief, in samenwerking met landbouwers of op eigen percelen, nog extra maatregelen aanleggen met meerwaarde voor de patrijs. Ze zaaiden fauna-akkers in met patrijsvriendelijke mengsels, plantten struiken aan, … Eén van de maatregelen die we samen bezochten is een akker met zomergerst, waarin daarna maïs werd ingezaaid. “ Vorig jaar kwam deze maatregel er toevallig”, leggen jachtwachters Ronny en Luc uit. “Door de droogte kwam de maïs niet op en toen beslisten we op het perceel zomergerst in te zaaien. Achteraf kwam de maïs toch nog goed door, en hebben we het geheel laten overwinteren op het veld. De combinatie van granen en maïs zorgde niet alleen voor voedsel voor akkervogels, maar ook voor heel wat schuilgelegenheid tegen het einde van winterperiode, wanneer er voor de rest weinig dekking meer te vinden is in de polders. Dus legden we dit jaar de maatregel doelbewust aan op enkele percelen”.
Een monitoring moet toelaten om te evalueren of de maatregelen werken voor patrijs en andere akkervogels. Tot nog toe lijken de resultaten veelbelovend. Het PARTRIDGE-project wil mensen zoals landbouwers, jagers en lokale stakeholders, maar ook beleidmakers inspireren. In het tweede loopjaar beïnvloedde het project reeds de beheerovereenkomsten in Nederland. Door beleidsmakers te informeren wil het project dit ook bewerkstelligen in Vlaanderen. Op die manier zorgen de resultaten van het project voor een landbouwbeleid en beheerovereenkomsten die optimaal renderen voor akkervogels.